Resultaten

In this unit, we will demonstrate how technology can contribute to teaching, learning, administration and professional development.

By the end of this unit, you should be able to use ICT to:

• add value to your lesson planning
• make lesson content, more professional
• provides learners with tools to demonstrate what they have learned and demonstrate new competencies
• complete educator administrative duties
• connect with other educators and pursue further professional development

In deze unit laten we zien hoe technologie kan bijdragen aan lesgeven, leren, administratie en professionele ontwikkeling.

Aan het einde van deze unit moet je in staat zijn om ICT te gebruiken om:

• waarde toe te voegen aan je lesplanning
• lesinhoud professioneler te maken
• leerlingen hulpmiddelen aan te reiken om te demonstreren wat ze hebben geleerd en nieuwe competenties aan te tonen
• administratieve taken van docenten uit te voeren
• in contact te komen met andere leerkrachten en verdere professionele ontwikkeling na te streven

The internet and internet-enabled technologies are continuing to develop at a very fast pace. This has many benefits, but it also changes the way in which students learn, communicate and interact. Learners are keen and avid users of the internet and mobile technologies. They are seen as ‘digital natives’, always surrounded by technologies. There are many social, educational and economic benefits for learners in using ICTs but learners do need to understand what is acceptable and appropriate behaviour in an online society.

On completion of this unit of study you will be able to:

• Model and instill in students appropriate behavior when communicating online, i.e. netiquette
• Identify digital citizenship knowledge, skills and values
• Design a lesson that incorporates digital citizenship competencies.

Het internet en op het internet gebaseerde technologieën blijven zich razendsnel ontwikkelen. Dit heeft veel voordelen, maar het verandert ook de manier waarop leerlingen leren, communiceren en met elkaar omgaan. Leerlingen zijn fervente en enthousiaste gebruikers van het internet en mobiele technologieën. Ze worden gezien als 'digital natives', altijd omringd door technologieën. Het gebruik van ICT heeft veel sociale, educatieve en economische voordelen voor leerlingen, maar leerlingen moeten wel begrijpen wat aanvaardbaar en gepast gedrag is in een online maatschappij.

Na afronding van deze onderwijseenheid bent u in staat om:

• Modelleer en breng leerlingen passend gedrag bij wanneer ze online communiceren, d.w.z. netiquette
• Kennis, vaardigheden en waarden met betrekking tot digitaal burgerschap identificeren
• Een les ontwerpen die de competenties van digitaal burgerschap omvat.

• Determine the variables that affect the strength and direction of the electric field for a static arrangement of charges.
• Investigate the variables that affect the strength of the electrostatic potential (voltage).
• Explain equipotential lines and compare them to the electric field lines.
• For an arrangement of static charges, predict the electric field lines. Verify the prediction using vector addition.

• Relate the electrostatic force magnitude to the charges and the distance between them
• Explain Newton's third law for electrostatic forces
• Use measurements to determine Coulomb’s constant
• Determine what makes a force attractive or repulsive

A force diagram is a useful tool to help us visualise forces acting on an object and gives us informa- tion about the object’s motion. We often use force diagrams when solving calculations involving the forces acting on an object.

By the end of this lesson you will be able to:

1. Define and explain what a force is
2. List and describe the main kinds of forces
3. Explain the effects of a force

• Predict, qualitatively, how an external force will affect the speed and direction of an object's motion.
• Explain the effects with the help of a free body diagram.
• Use free body diagrams to draw position, velocity, acceleration and force graphs and vice versa.
• Explain how the graphs relate to one another.
• Given a scenario or a graph, sketch all four graphs.